Ik was Jefke, en ik had een droom. Graag wilde ik vis leren pekelen - vooral haring. Een zoektocht op het internet leerde me het volgende: "Natuurlijk pekelen wij onze vis in ambachtelijk geoogst zeezout en wordt de vis door de wind gedroogd en dan in de rookkist opgehangen.", maar van enige methode om het aangehaalde zeezout op de vis aan te brengen, of om hem te drogen, werd geen notie gemaakt. Tevens wilde men niet kwijt waar men kan overgaan tot de aankoop van zo'n rookkist. Ik was een notoir viseter, derhalve zocht ik gretig verder naar een handleiding voor het pekelen van vis. Twee weken geleden slaagde ik erin een woedende meute op de been te brengen, bestaande uit huismoeders, kaderpersoneel, en alle mensen die belast worden met de organisatie van Secretaressedag. Allen voelden we ons door de gevestigde autoriteiten in de steek gelaten, daar deze het pekelen van vis volledig aan de vismarkten in Oostende en De Panne overlieten, en aldus het monopolie dat deze twee hadden, autoriseerden. We werden bloedig neergeslagen, maar vochten terug. Vandaag hebben we al heel wat verwezenlijkt. Door een lang aanslepende strijd met de visbazen, weten we nu dat de vuistregel bij het pekelen van vis het oplossen van ongeveer tachtig gram zout in een liter water is. Daarmee wordt de smaak verbeterd en worden de bacteriën gedood. Uiteraard is dit slechts een eerste stap in de volledige onthulling van het pekelproces, maar het is alleszins een begin. Nu de Belg er gaandeweg in slaagt zijn boontjes zelf te doppen, is de weg naar de onafhankelijkheid van het pekelen geplaveid, en kunnen wij een glorierijke toekomst tegemoet gaan in de wereld van de pekelharing, de sprot en de pangasiusfilet.
zondag 31 augustus 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Ik ging je vragen of je ook het recept voor cervelas kent. Terwijl ik het wiki'de ontdekte ik dat dat in ZEBUdarmen zit! Het is een wereld die nog veel voor ons in petto heeft.
Een reactie posten