maandag 4 augustus 2008

De kerkers der aardkloot.

Volpension en geldperikelen
Blankenberge, Benidorm, en consorten. Excessieve betonhorror, foeilelijke skyscrapers, en verschroeiende lijven. De grenzen van de draagkracht die een - door massatoerisme geteisterde - regio kan opbrengen worden vele duizenden malen overschreden. Demonische oorden in de kerkers van de aardkloot, bemind door velen, al ontbreekt verzet niet. Ontoereikend echter, daar enkel het naar de afgronden der aarde bombarderen van massatoeristen en trawanten kan volstaan. Echter, ook al ontneemt men een massatoerist zijn eldorado, de extravagante, morbide, afgestompte persoonlijkheden blijven bewaard. Afslachten, op de meest verrukkelijke wijze, met aardappelmesjes om de gebeeldhouwde neuzen weg te schrapen, ijzerboren om ogen in oogkassen te laten wegzinken, schedels te verwerken tot souvenirs die men mee naar huis neemt om de kasten te tooien, en veel frituurolie, om zo de grootste geneugten te ervaren, en de lichamen, die reeds afval waren, definitief van de helling te kunnen werpen. Could you wake me up.
Benidorm priemt daarenboven niet enkel lansen in denkvermogen en rede van opposanten als ik, men wordt ook effectief getroffen - de materiële zijde, maar ook wel emotioneel, indien erg gehecht aan een huis of dergelijke. De locals worden immers onteigend voor het bouwen van meer, omvangrijkere resorts, met onder andere watertekorten tot gevolg. De komst van gefortuneerde hotelbonzen en bijhorende zwembaden, torenflats, en ontspanningscentra, brengt overigens geen solide vergoeding met zich mee voor de werkkrachten, terwijl soms het tegengestelde gepretendeerd wordt. Dit is meteen ook de drijfveer van mijn epistel; het aankaarten van deze kwakkel. Een weldenkend persoon kan deze denkbeweging immers zelf teweegbrengen, ik ben er dan ook louter om jullie op aangehaalde feiten te wijzen. Toerisme, waaronder ook ecotoerisme, kan onmogelijk duurzaam zijn. Men kan echter wel pogingen ondernemen om reizen duurzamer te maken. Niet duurzaam zoals in "Rock Werchter serveert belegde broodjes, en gebruikt ecoservetten, en draagt zo zijn steentje bij om de natuur te beschermen" - misselijkmakend, de 'we-zullen-zes-windmolens-plaatsen-en-dan-denkt-men-dat-we-
goed-bezig-zijn'-houding waarop vele politici en andere schaapachtige coryfeeën zich laten betrappen - dat alles om er voor te zorgen dat jullie stupide blijven, en nergens moeten over nadenken. (nb. Het pleziert me natuurlijk dat er zes windmolens geplaatst worden, maar men schenkt de Vlaming zo het beeld dat men met enkele windmolens en een spaarlamp de aardbol kan redden; haast alle media stimuleren deze ecologische illusie daarenboven door het in brede lagen uitsmeren van het ecobedrog.) Indien men niet van kamperen houdt, en een regelmatig waske en plaske niet mag ontbreken - en aldus voor de hotelvakantie opteert, kunnen hotelbazen onder andere overtollige verlichting en windwaaiers weghalen - (ik verduidelijk) In de Verenigde Staten hangt men haast ventilatoren (denk Amerika, film, restaurant) aan verlichtingspalen - dat is in openlucht, terwijl er logischerwijs reeds meer op natuurlijke wijze voortgebrachte wind is dan een ventilator, zelfs op de hoogste stand, kán produceren. Een begin, dat jullie misschien erg miniem lijkt, maar wel een begin - en dan ook alleen maar een begin met de bedoeling het startschot te geven voor het bannen van alle luxenutteloosheden (elektrische gordijnen en deuren, roltrappen, snijbloemen, papieren tafelbekleding, langeafstandsvoedsel, en uiteraard het plaatsen van de klassieke spaarlamp - dat natuurlijk na het weghalen van menig louter decoratieve peer) uit jullie hotelkamers - de zes windmolens in het kwadraat, en mild ben ik voor de nachtelijke gazondouches. De Benidormer wilt echter de ventilators, die betuigen van rijkdom en klasse, aan het zwembad. Daar de klant koning is, en met het oog op winstmaximalisatie, beperkt men de lonen van de personeelsleden om het onderhoud van de waaiers te kunnen voorzien. Een reis naar het buitenland brengt de lokale economie daardoor haast niets op - 1/5 van de reiskosten belandt bij de reisbestemming, en weg is de fabel die verkondigt dat massatoerisme bijdraagt tot de armoedebestrijding - ik wil er niet snel vanaf komen, toerisme draagt wel degelijk ietwat bij, maar veel geringer dan wat het zou moeten doen. De luttele economische opstekers kunnen bovendien onmogelijk concurreren met de schade berokkend aan cultuur, natuur, en mens. Het aanhalen van de termen toerisme en duurzaamheid in hetzelfde verband, kan me enkel tot een bijzonder bedenkelijke schaterlach dwingen, en bezorgt me lange tijd zure oprispingen.
De mens eenmaal aangekomen in Benidorm
Het maken van vakantiebeelden is erg bevredigend voor de mens. Het ego wordt ondersteund, de eigendunk wordt groter. Men zoekt bij het uitstallen ervan bevestiging van eigen weelde, bereikt door middel van een goedbetaalde bureaujob: “Amai wat een sjiek hotel, dat moet zeker wat gekost hebben.”, … Op dezelfde hoogte op de ladder met menselijke overtolligheden staan de souvenirs – tevens erg bevredigend voor de schenker. Ze zijn de meest overbodige prullaria op aarde, men stopt ze dan ook onderaan in de kast. In het beste geval, maken ze de woonkamer nog verfoeilijker – “En dieje steen daar, das van ons reis naar Mallorca.” Ik vernam vorig jaar dat iemand, na een reis naar Egypte, papyrus had meegebracht voor familie en vrienden. De nutteloosheid van een stuk papyrus reikt hoge toppen. “Het is het gebaar dat telt.” De foto’s die familieleden tonen moeten ongetwijfeld de “Dees was dus ons hotel.”- , “Da was onzen ober, twas ne knappen.”- , en “Ahja, we zijn ook is gaan snorkelen”-foto’s bevatten. Stel mensen de vraag wat men zoal gedaan heeft op vakantie, en na het woord ‘zwembad’, volgt een lange stilte. Het zwembad, de huid die geroosterd wordt door de blakerende zon, de knappe inlandse ober die hen voorziet van versnaperingen, zijn echter hun walhalla, de beloning van een jaar monotone bureau-ambacht – “Zwembad 20x10, 32°, goe eten. Zonnige groetjes.”
Ik heb er dan ook niet de minste moeite mee het complete tegenovergestelde te liefkozen. Een gemiddelde reis van 10 dagen moet zo minstens dubbel zoveel bezienswaardigheden tellen, zonder verzadigd te raken. Als men de drang niet kan weerstaan, zijn enkele dagen baden, strandkuieren, of het teisteren van lokale dorpen geoorloofd - eigenlijk niet, maar visites aan archeologische sites, musea, en dergelijke - uiteraard niet het trammuseum van Torremolinos - kunnen onmogelijk ontbreken in het reisverloop; de ongelooflijkheden; bijzondere, wonderbaarlijke oud- en nieuwerheden. De Vallei der Koningen, de Vallei der Koninginnen, de Godentempels,... zijn eclatant – de archeologische verbijstering die men beleeft bij dergelijk bezoek buiten beschouwing latend. Een bezoek aan Pompeï, Ercolano, Parque Guëll, Knossos, Corte… of natuurlijke schoonheden (grotten, bergen), is erg intens. Ik ben echter niet bekrompen en unilateraal, en hou evenals van zaken als bergbeklimmingen, zeezwemmen, raften, canyoning, en lange tochten (vervlochten met deze zaken, kan men een veelzijdige vakantie beleven). Mijn beeld van een uitmuntende reis zou voor ieder het perfecte vakantiebeeld moeten zijn, vanuit alle opzichten bekeken - zonder daarbij egocentrisch te willen klinken. Veelzijdig, vernieuwend, ontdekkend, en niet een geestdodende, afgestompte zwembadvakantie in een verblijfplaats die een exacte kopie is van de thuishaven – de zon buiten beschouwing latend, waarbij men zo weinig mogelijk geconfronteerd wordt met andere culturen of noviteiten (Spaghetti en rijst blijven de extremen, en rond het zwembad- en hotelcomplex staat een metershoge afbakening, louter opdat de bezoeker de veilige hotelhaven zo min mogelijk zou verlaten). Een reis waarbij het maken van foto’s van ‘the locals’, het zwembad, … daarenboven helemaal niet mogelijk is, wegens betovering, bekoring, of zonder meer een gebrek aan tijd en animo voor het maken van het zoveelste familieportret. Het feit dat mensen vaak een heel leven gekluisterd zitten aan dezelfde vakantiebestemming omdat “het daar goed was.”, bewijst mijn gewauwel – de mens wil vastheid (een heruitzending van de Kotmadam), en bescherming (een hoge muur, biefstuk friet op vakantie, een reisgids, opdat men zeker niets bijzonders zou ontdekken, of zelf zou moeten lezen, leren, en ondervinden, en enkel in een lange ketting door een massatoeristisch trekpleister geloodst wordt).
Velen beleven hun
onzinnige vakantie slechts door de lens van de camera. Het monstrum mens zal echter weldra schroeien in eigen gecumuleerde faeces, en van die gedachte kan ik enkel tierig en geanimeerd savoureren.

(lect
uur: Benidorm. De hele winter en zomer. - Rudy Pieters)