Reconstructie van een droom.
Vandaag is 't den tijd van de moordenaar.
De moordenaar mag hier alles.
De moordenaar mag gewoon staan en gaan waar hij wilt.
- Mijne mecanicien is er ene.
Oh, maar mijne man heeft ook is ene gekend.
Ik heb hem gezegd: "Ge doet daar geen goed aan. Diene mens heeft daar ook niks aan."
Hij zei dat 't zijne maat was.
Dat ij daarmee zo goed kon babbelen.
- Ja, zo ne moordenaar heeft toch altijd wa meegemaakt hé.
Maar ge moet daar kordaat in zijn. Ni toegeven.
Mijne man dan: "Geeft em een kans. Allez please, geeft em een kans."
Maar hoeveel dingen moet ne mens kansen geven?
't Gaat slecht met hem zegt em dan, mijne man.
"Hoe slecht?", vraag 'k hem.
- "Hij heeft geweend."
't Ging hem ni af zegt ij.
'k Heb hem gezegd: "Ik ken de regels van de kunst,
maar of ik die nu van alle kunst ken.
Ik zou het niet kunnen zeggen."
Hij dan: "In ons huis staat alles als eilanden."
Ik wist ni wat ij daarmee bedoelde, maar 'k vond dat schoon gezegd.
'k Heb hem zijne moordenaar laten houden.
Daags daarna zag ik mij gedwongen diene moordenaar naar ons Armandoke te vragen.
"Heeft u mijn Armandoke gezien?
Onze Armando, hij is vertrokken, we hebben hem niet meer gezien."
- ik had op dat moment ne vogel in den oven zitten
"Je kan je beter klaarmaken.", zei de moordenaar mij.
Ik uit mijn dak. "Dat staat hier onder water!"
Hij weg. Ik bel hem: "Dat staat hier onder water!"
"Mijn wasmachine!"
"Er zijn al vele dagen voorbij gegaan.", hij dan.
Allez jong, u zo nog ne keer herbeleven..
Hoe gaat gij mij tegemoet komen?
Elke dag boterhammekes voor iemand smeren,
dat schept nen band ze.
"Er staat hier vanalles onder water."
Ikke moedeloos van al dat water.
"Komt ge nog of hoe zit het?"
Als het goed is voor u,
zal ik mijzelf Koude-Hamburger-John noemen.
't Is maar een woord of drie.
En hoe zit dat met mijn machine?
't Is genoeg geweest. 'k Maak mij van kant.