vrijdag 3 december 2010

Paula

Dat gevoel van ergens helemaal alleen aankomen en op zoek gaan naar de blikken die zeggen:
"Kom, voeg u bij ons. Ge kent ons niet, maar ga vanaf deze dag een jaar verder en deze blik zal u zo vertrouwd lijken.
Kom bij mij, en het resterende deel van mijn leven lang zal ik niets liever willen dan samen met u kaarsen doen branden en doven. Want er is niets mooier dan een donkere kamer waar een kaars wordt in aangestoken. En als er kaarsvet op een van onze handen valt, dan doen we gewoon verder. En als onze lucifers op zijn, dan halen we gewoon nieuwe. En de geur van gedoofde kaarsen. Kom hier, en binnen een paar dagen zult ge u al op uw gemak voelen bij ons. Of alleszins bij mij. Want ik zal uitgroeien tot uw lief of uw vriend of misschien wel tot uw vijand, of ik zal eerste minister worden."
- "Maar neen.", zei Paula: "Gij zijt op zijn minst al zeventig. Dat is niet meer de moeite."
"Paula. Ge zijt nu negenentwintig. Voeg u binnen zestig jaar bij mij, en als ge tijdens het eten in slaap valt, zal ik u wakker babbelen. Ik zal roepen: "Paula!". En ge zult wakker schieten en ge zult mij vies bekijken en ge zult mij haten omdat ik u altijd wakker babbel tijdens het eten. Maar ge zou mij dankbaar zijn, want zonder mij zou ge niet meer eten en nog vroeger sterven. En ge zou rond kijken en ge zou de muren van onzen home zien en ge zou denken. Ge zou niets denken. Want oude mensen denken niet meer. Oude mensen laten alleen los. Ge denkt aan uw huis Paula. Uw huis dat er nog staat, maar waar ge van weet dat het nooit nog uw huis zal zijn. Ge denkt aan uw spullekes, en ge kijkt naar het slaapkleed dat ge nu aan hebt. En ge denkt aan waar al uw spullekes liggen. Ge denkt aan uw naaimachine. Ge denkt aan hoe ge uw kleinkinderen steeds van uw naaimachine moest jagen. "Pas op uw vingers!" En ge zijt uw spullekes aan het loslaten. En ge kijkt wat tv. Dan komt het moment dat het voor u niet meer uitmaakt of uw huis er nog staat of niet. En dan zijt ge dood. Tot binnen zestig jaar Paula."