Charmaine lag die avond niet in bed. Ze dacht aan pruimpjes, en opende de ogen opnieuw. De ruwe fauteuil waarin ze was beland, deed haar ruggegraat krommen. Aan de geluiden die de wagens die door de straat reden maakten, merkte ze dat het de afgelopen uren had geregend. Haar geheugen was leeg, de ogen half gesloten. Wat onbestemd vocht druppelde langs haar slaap de rolkraag in. Met beide handen duwde ze zich uit de zetel - ze trachtte de benen niet te gebruiken. Met wankele passen verliet ze de eerste verdieping, om door de achteruitgang van het gebouw naar de onverlichte tuin te kijken. Ze kwam er vaak tot rust. Aan de achterzijde van het huis, waar elke nacht een strijd geleverd werd tussen de buurtkatten, was tevens de veranda. Niet meer dan een halve koepel tegen de achtergevel aangedrukt, enkel bestaande uit dunne glazen wanden, en meer gelijkend op een te groot uitgevallen, doch halve, tuinserre. Charmaine merkte dat ze de toegang eerder vergat te sluiten, en trotseerde even wat door de wind meegenomen druppels. De zware deurklink viel bij de windvlaag in het slot. Charmaine baande zich een weg naar de tweede verdieping, langs de vele kamerplanten die de vorige huiseigenaar, Mark Twain, had achtergelaten. Mark had in Hawaii geleefd, en hield van reptielen. Wanneer men hem enkele weken geleden vond in het huis, hadden twee slangen hem reeds langs weerszijden ingeslikt. Het kostte de agenten uren vooraleer de dieren de bek wilden openen. Uiteindelijk werden de slangen, op hun beurt, gedood. Charmaine had de reptielenkamer sindsdien onberoerd gelaten, en wachtte liever tot ook de andere slangen zichzelf vernietigd hadden. De walmen die zich vanuit de deurspleet over de hele tweede verdieping verspreidden, beloofden een geslaagde tactiek. De tweede etage leek groter dan een voetbalveld, en steunde met vier enorme zuilen rechtstreeks op het aardoppervlak. Twee ervan raakten de huizen aan de overzijde van de straat. De andere verdiepingen, het waren er twaalf, hadden geen merkwaardige afmetingen, en bestonden steeds uit een grote kamer met veel pilaren.
De hoofdpijn bleef, maar inmiddels was Charmaine erin geslaagd wat nieuwe gedachtebronnen aan te boren. "De kinderen.", kwam haast als een dronken boertje uit haar mondholte. Ze vergat hen in te stoppen. Vier en zeven, Dudley en Joan. Half-wezen, sinds de dood van Mark alleszins. Driehoog, werd Charmaine opgeschrikt door een schreeuw, en een deur die te hevig werd gesloten. Met vier sprongen van de trap, belandde ze opnieuw op de tweede etage. De deurspleet onder de reptielenkamer toonde een lichtstraal, en Joan herhaalde diezelfde kreet. Een klap op het hoofd deed Charmaine op de grote betonnen vloertegels belanden. Drie schaduwen bewogen in het door de gordijnen achtergelaten licht. Het werd stil in de reptielenkamer.
Intussen probeerde een tengere vrouw van veertig de bewoners van het huis met de dertien etages te alarmeren van haar bezoek. Charmaines wagen belemmerde het verkeer in de straat. Een geel notebookpapiertje dat aan de voordeur hing, trachtte de vrouw iets duidelijk te maken. Regendruppels hadden van het papiertje echter een natte frommel gemaakt. "HANDLUKN?"
Voor Charmaines ogen lag het beeldje dat ze had gekregen van een vriend, na diens rondreis door Afrika. Erik was zijn naam. Hij had het moeilijk gevonden wat mee te brengen, maar een schijnbaar authentiek Khoikhoi-borstbeeld leek hem wel gepast voor een verse weduwe. Het beeld verdween in haar bovenooghoek, en de koelheid van de betonnen tegelvloer werd het schuren van het woonkamertapijt. De harkerige haardos van het vloerkleed voelde aan als een kaars die een honderdste van een seconde lang haar gezicht tekende, dan even scheen te verdwijnen, maar zich meteen heropstelde. Charmaine was onder narcose gebracht, maar bespeurde evenwel de geur van uitgebroken maagzuren. Twee handen tilden haar dijen op, terwijl een schaar de broek die ze droeg met grote halen versneed. Ze trachtte te gillen, maar een snelle strook tape ontkrachtte haar stemgeluid. Charmaine dacht aan het bankje waar men haar intussen had opgelegd, een stuk meubilair uit de speelhoek. Twee dijbenen wrongen zich tegen haar billen, en een penis baande zich een weg tussen haar schaamlippen. Diepe halen vraten de schede aan. Charmaine voelde niet langer met hoeveel men die avond haar binnenste bezocht.
"HALD INDLUKKEN!" De tengere vrouw van veertig bevocht de deurbel, en plaatste de oren tegen de glazen wand van de voordeur. Ze hoorde wat, en duwde daarop de toegangsdeur open. Eens belandde ze op die manier in de woonkamer van George Verkammen, die de buitenechtelijke relatie van zijn wederhelft net aan de lijve ondervonden had. Sinds die dag was ze niet wijzer geworden. Langzaam klom ze twee tredes omhoog, en lonkte over de tegels van de eerste etage. De frêle veertiger nam enkel een in duisternis gehulde sofa en een hoek met kamerplanten waar, en stond weldra twee verdiepingen hoger. Een deur die oplichtte trok de aandacht. Een touw werd haar rond de benen gebonden, waarop ze het evenwicht verloor, en met het hoofd tegen de deur bonkte. Ze zag twee kinderen bengelen aan een touw. Een slang had zich rond het been van het ene kind gewrongen, en aan de tenen van het andere kind kronkelden enkele andere serpenten. Bloed liep langs de schubben naar beneden, in een plas die zich vermengde met het water uit een omgekieperd aquarium.
Eddy was 37 en woonde bij zijn dode moeder. Ze was nooit sociaal begaafd geweest en spendeerde de laatste dertig jaar van haar leven in de woonkamer van het huis. Toen ze op een nacht stierf, had Eddy het niet nodig gevonden wie dan ook van haar vertrek in te lichten. Ze was verschrompeld en stonk niet meer. Op dit moment, trok Eddy zijn geslachtsdeel terug uit het lichaam van Charmaine, ruilde het voor een pistool, en haalde de trekker tweemaal over. De tweede kogel verliet Charmaine langs het topje van de schedel.
[…]
Toen de vrouw met het lambdacisme er uiteindelijk in slaagde de kamer te verlaten, had het zuur zich zo diep in haar poriën genesteld dat, toen ze schreiend wegrende, rondfladderende huidschilfers de utopie van een witte kerst even werkelijkheid maakten en men haar even na middernacht makkelijk kon opsporen – delen van haar ontwortelde haardos vormden een quasi ononderbroken collier langs het trottoir.
woensdag 31 december 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Verduiveld intens.
Beste Nelson, wanneer kunnen wij nieuwe bijdrages van jou lezen? Het is al lang geleden ziet u.
Groeten
Nelsooón.
Een reactie posten