donderdag 23 september 2010

Dit is niet het verhaal dat ik wilde schrijven

Geschreven voor "Daníell In The Sea - Jónsi & Alex".

Danielleke bij de zee.
Hij is schelpkes aan het rapen.
Met zijn kleine pollekes schept hij zo nen helenboel zand mee.
Zijn zakske zit vol zand, hoop en al vijf schelpen.

Zijn mama en zijne papa zitten op den dijk.
Beide met ne verrekijker.
Beide niets anders doend dan naar hun Danielleke kijken.
Ze houden hem in 't oog.
Het is niet dat ze zijn uitgepraat,
ze dienen het hogere doel.
Ge vraagt u misschien af:
"Waarom gaan ze niet gewoon bij hun Danielleke zitten?"


Danielleke is wa eenzaam.
Hij praat niet met de andere kindjes,
zij evenmin met hem.
Zijn ouders willen hem wat pushen.
Wachten op het moment dat een ander kindje,
ook schelpkes rapend, op Danielleke botst.
En dat het dan zou zeggen:
"Hé, gij raapt ook! Doen we samen?"



't Is winter, 't is koud.
Danielleke speelt bij de zee.
Hij raapt schelpkes, zijn zakskes zitten vol zand.
Danielleke is eenentwintig.
Hij heeft een kettingske, het zegt: "Danielleke <3."
Zijn mama zit op den dijk.
Ze heeft ne verrekijker vast, ze kijkt naar hem.
Ze heeft den bibber, ze is al oud maar niet stokoud.
Ze denkt:
"Dit is niet het verhaal dat ik wilde schrijven."

Danielleke bij de zee.
Het water kruipt in zijn
opgerolde broekspijpen.
Zijn mama zit op den dijk,
ze heeft ne verrekijker vast.
Ze denkt:
"Ga toch ni zo diep jongen."


Danielleke gaat wandelen.
Hij springt over de golven.
Hij laat ze tot aan zijn middel komen.
Danielleke is aan het wandelen.
Hij probeert nog over de golven te springen.


Het moment waarop een achtervolging een zoektocht wordt.
Wanneer "Ja, daar is ie, ik zie hem.", "Hier moet ie vast wel geweest zijn." wordt.
En dan langs een weg waar niemand woont, achtervolg je.
Maar die ene weg waarvan je met zekerheid kon zeggen dat hij daar ook was, is nu honderd wegen geworden. Wegen waar hij slechts mogelijk langskwam.
Je achtervolgt zonder te weten of je nog wel volgt.

Ge kunt geen kaarske doen branden aan de zee.