Als iemand zo oud zou worden als het aantal malen hij de badkamer schoonmaakt,
en hij zal dat 432 keer doen vooraleer te sterven,
dan zou hij kunnen zeggen gedaan ik maak die badkamer niet meer schoon.
Maar zo gaat dat niet.
Hij ziet de badkamer vuil worden en maakt ze schoon.
Vierhonderdeenendertig keer en ik zal sterven zegt hij.
Maar de dag waarop hij sterft, zal zijn badkamer schoon zijn.
En mensen zullen zeggen hij had dat maar niet zo vaak moeten doen,
het is zijn eigen schuld.
Maar hij was wel proper.
En zijn naam is Jan.
En op de dag waarop hij sterft,
verzamelen alle mensen die Jan ooit kenden voor de deur van zijn huis.
Ze roepen zijn naam.
"JAN, hé Jan!"
"Nooit zullen wij met stokken bij u weg te slaan zijn Jan."
Jan gaat niet op zijn balkon staan, hij kijkt niet door het raam,
want er is geen raam en ook geen balkon,
doch hij hoort hen wel.
Hij lacht en poetst zijn badkamer voor de laatste keer.
"Nooit zullen wij met stokken bij u weg te slaan zijn!"
Zijn eerste liefje roept: "Jan, in uw armen kon ik de zee horen!"
Zijn grootmoeder: "Jan, hoe hebt ge het in hemelsnaam allemaal zo ver laten komen?"
Zijn vader zegt: "Jan, sla vandaag een dag over. Ik ga vandaag ook een dag overslaan."
Maar wij allemaal: "Een dag overslaan? Niets zo onmogelijk als een dag overslaan!"
En Jan zei nog dat hij altijd bij ons zou zijn.
Doch we hebben hem sindsdien niet meer gezien.
zondag 15 november 2009
woensdag 11 november 2009
Voor de laatste keer.
Servaas vertrekt. Het is ochtend. Hij opent de deur. Hij heeft woonplaats en leeftijd.
Hij heeft een buurvrouw ze staat voor de deur die hij net opende daardoor kan hij niet naar buiten.
"SERVAAS HEEL DE WERELD GAAT U ZIEN STRALEN GE GAAT ER STAAN JONG.", schreeuwt ze.
Een trein rijdt voorbij. Servaas denkt zat ik maar op die trein had ik maar het gevoel ergens heen te gaan.
"WAT IS ER JONG KOP OP GE LIJKT ZO SIP?!", schreeuwt de buurvrouw want ze schreeuwt altijd ze is een van die mensen.
Servaas vergat zijn bril hij gaat terug naar binnen.
Leven is als een kind dat ge aan de telefoon krijgt ge weet niet wat ge daar mee moet.
Hij heeft een buurvrouw ze staat voor de deur die hij net opende daardoor kan hij niet naar buiten.
"SERVAAS HEEL DE WERELD GAAT U ZIEN STRALEN GE GAAT ER STAAN JONG.", schreeuwt ze.
Een trein rijdt voorbij. Servaas denkt zat ik maar op die trein had ik maar het gevoel ergens heen te gaan.
"WAT IS ER JONG KOP OP GE LIJKT ZO SIP?!", schreeuwt de buurvrouw want ze schreeuwt altijd ze is een van die mensen.
Servaas vergat zijn bril hij gaat terug naar binnen.
Leven is als een kind dat ge aan de telefoon krijgt ge weet niet wat ge daar mee moet.
zaterdag 7 november 2009
Truus en Iemand Anders
Niets gaat verloren zegt Truus.
Wanneer ze een lucifer ietwat te hevig tegen het luciferdoosje schurkt waardoor die een vonk vertoont doch onmiddelijk terug dooft, neemt ze een ander lucifer, doet die op een meer zorgvuldige manier branden, en houdt die tegen de gedoofde lucifer. Niets gaat verloren, zegt Truus dan. Beter twee brandende lucifer dan een gedoofde. Ze kijkt alsof ze dat in een camera zou zeggen als er een camera zou zijn, zo kijkt ze. Als in een kookprogramma. Ze staat daar dan.
Ze zal ons allemaal overleven, Truus. Ze luistert naar David Bowie.
Truus heeft het moeilijk met liefde. Tonen toch.
Ik zie u. Nog wel. Volgende week. Zegt Truus dan.
Truus tracht eigenlijk een feest te zijn voor iedereen.
Kom allemaal naar mij zegt ze dan.
't Begint om acht.
Truus zei steeds hihi. Toen ze nog jong was.
Nu zegt ze.
Niets gaat verloren.
Beter twee brandende lucifer dan een gedoofde, zegt Truus. Wat wilt dat nu zeggen zegt Iemand Anders niet Truus.
Als ik geld op mensenlevens zou moeten zetten, zou het elke dag solden zijn, zegt Truus. Maar dokters zet men niet te koop want zij moeten die mensenlevens redden. Verbetert Truus nog.
AI MADAM IK HEB UW KLEINEN INGESLIKT.
:(
Truus sterft maandag einde.
Begin 2
In het leven van Eerste en Tweede Persoon gaat ieder dood of weg. Maar dat heeft een reden.
Eerste Persoon: "Wij voelen elkaar nogal aan."
Tweede Persoon: "Ja."
Iemand Anders zal zich ontfermen over Eerste en Tweede Persoon. Maandag. In een mensenleven gebeuren alle belangrijke dingen op maandag. Dat is wetenschap.
Shht nu. De kleine slaapt.
Wie geloofde immers echt dat Truus ons allemaal zou overleven?
Hoe gaat het met u Truus?
"Ik moet zeggen ik heb nogal last aan mijn sonates voor klavecimbel."
Mensen die last hebben gaan laat op de avond dood.
Dat is wetenschap.
Einde
Wanneer ze een lucifer ietwat te hevig tegen het luciferdoosje schurkt waardoor die een vonk vertoont doch onmiddelijk terug dooft, neemt ze een ander lucifer, doet die op een meer zorgvuldige manier branden, en houdt die tegen de gedoofde lucifer. Niets gaat verloren, zegt Truus dan. Beter twee brandende lucifer dan een gedoofde. Ze kijkt alsof ze dat in een camera zou zeggen als er een camera zou zijn, zo kijkt ze. Als in een kookprogramma. Ze staat daar dan.
Ze zal ons allemaal overleven, Truus. Ze luistert naar David Bowie.
Truus heeft het moeilijk met liefde. Tonen toch.
Ik zie u. Nog wel. Volgende week. Zegt Truus dan.
Truus tracht eigenlijk een feest te zijn voor iedereen.
Kom allemaal naar mij zegt ze dan.
't Begint om acht.
Truus zei steeds hihi. Toen ze nog jong was.
Nu zegt ze.
Niets gaat verloren.
Beter twee brandende lucifer dan een gedoofde, zegt Truus. Wat wilt dat nu zeggen zegt Iemand Anders niet Truus.
Als ik geld op mensenlevens zou moeten zetten, zou het elke dag solden zijn, zegt Truus. Maar dokters zet men niet te koop want zij moeten die mensenlevens redden. Verbetert Truus nog.
AI MADAM IK HEB UW KLEINEN INGESLIKT.
:(
Truus sterft maandag einde.
Begin 2
In het leven van Eerste en Tweede Persoon gaat ieder dood of weg. Maar dat heeft een reden.
Eerste Persoon: "Wij voelen elkaar nogal aan."
Tweede Persoon: "Ja."
Iemand Anders zal zich ontfermen over Eerste en Tweede Persoon. Maandag. In een mensenleven gebeuren alle belangrijke dingen op maandag. Dat is wetenschap.
Shht nu. De kleine slaapt.
Wie geloofde immers echt dat Truus ons allemaal zou overleven?
Hoe gaat het met u Truus?
"Ik moet zeggen ik heb nogal last aan mijn sonates voor klavecimbel."
Mensen die last hebben gaan laat op de avond dood.
Dat is wetenschap.
Einde
Abonneren op:
Posts (Atom)